Skip navigation.

De Alchemie van J.K. Rowling

in het licht van de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis

van Hans Andréa

 

Hoofdstuk 20-22 - Harry 15-17

Harry:

Harry [15]

De Orde van de Feniks In deel 5 probeert Voldemort controle te krijgen over het verstands‑ik van Harry. Perkamentus weet dit en geeft Sneep opdracht om Harry lessen in Occlumentie te geven (occlud‑ Latijn: uitsluiten; ment‑ Latijn: het verstand). Zoals wij weten werkt dat niet. Maar wanneer Voldemort probeert het verstands-ik van Harry in bezit te krijgen, kan Harry Voldemort verdrijven door de liefde die hij voelt voor Sirius, zijn Peetvader.

Waarom kiest Perkamentus uit alle mensen nu juist Sneep? Omdat die onze schaduwkant vertegenwoordigt, onze zwarte kant (Sneep gaat altijd in het zwart gekleed). Dat is de ervaring van de alchemist met de zwarte kunst, die wij occultisme noemen. Elke kandidaat op het pad van bevrijding heeft eerst geprobeerd zijn doel te bereiken door middel van occulte experimenten. Het is inherent aan de mens dat hij leert door fouten maken. Dat is wat Sneep verpersoonlijkt. Daarom probeert Sneep Harry te leren zijn denken voor Voldemort af te sluiten, door gebruik van zijn wil. Harry moet al zijn emoties buitensluiten en zijn denken volledig concentreren op het blokkeren daarvan. Maar Harry faalt. Wat leert ons dit over het pad van bevrijding? Het leert ons dat de nieuwe ziel de bevrijding niet kan bereiken door gebruik te maken van de wil. Het gebruik van wilskracht om de bevrijding te bereiken, is wat wij de occulte weg noemen en dat heeft nu juist de val veroorzaakt.

Harry Potter en de Orde van de Feniks leert ons, dat occulte methodes niet werken op het pad van bevrijding . Wij moeten niet worden geleid door de stem van ons duistere verleden, de stem van experimenten. De enige gids op het Pad is de Nieuwe Ziel. De Ziel is verbonden met de Peetvader. Zijn liefde voor wat die vertegenwoordigt zal altijd zegevieren over het oude en gevallen hoger zelf, verpersoonlijkt door Voldemort.

In de woorden van J.K. Rowling: Op het Departement van Mystificatie [.....] is één kamer altijd op slot. Die kamer bevat een kracht die zowel sterker als vreselijker is dan de dood, de menselijke intelligentie en alle natuurkrachten bij elkaar. Het is misschien de meest mysterieuze kracht die daar bestudeerd wordt. Jij bezit hem in overvloed en Voldemort helemaal niet. Die kracht dreef je ertoe om Sirius te gaan helpen en redde je toen Voldemort bezit van je nam. Hij kon het niet verdragen om in een lichaam te huizen dat doortrokken was van iets wat hij zo verafschuwt. Uiteindelijk maakte het niet uit dat je je geest niet kon afsluiten. Wat je redde was je hart.

Uit: de Orde van de Feniks, p 648

Harry [16]

De Halfbloed Prins Deel zes beschrijft de overwinning over de poging van Voldemort om bezit te nemen van het gevoels-ik in het hart van de kandidaat. Het hart wordt gesymboliseerd door de grot waar Harry met Perkamentus binnengaat. Het gevoels-ik wordt gesymboliseerd door het medaillon, dat precies op het hart wordt gedragen. Met veel moeite slagen Harry en Perkamentus er in het medaillon uit de grot mee te nemen. Harry ontdekt later dat dit medaillon een vervanger is van het echte, dat, rond de tijd dat Harry werd geboren, werd weggenomen door de broer van Sirius, Regulus Arcturus Zwarts.

Dit leert ons dat het gevoels-ik wordt geneutraliseerd op het moment dat de nieuwe ziel wordt geboren. Regulus is een ster aan de hemel en is daarom een schitterend symbool voor een concentratiepunt in het aurisch firmament. Hij symboliseert de kracht in de microkosmos, die maakt dat de persoonlijkheid denkt dat hij koning is, vandaar de naam Regulus: Latijn voor ‘kleine koning’.

Als de Lelie zich opent en de nieuwe ziel geboren wordt, valt de ‘kleine koning’ van zijn troon, omdat de nieuwe ziel de Ware Koning is. Ons wordt verteld, dat Regulus onder water werd getrokken door de Necroten in de grot en verdronk, direct nadat Knijster het medaillon had verwisseld voor een vals exemplaar.

Pas in deel zeven komen wij er achter wat er met het medaillon is gebeurd. Het was gestolen door Levenius Lorrebos en vervolgens in beslag genomen door Dorothea Omber. Tenslotte lukte het Harry op zijn beurt om het te stelen en kreeg Ron de taak het te vernietigen met het zwaard van Griffoendor. Hij werd onderworpen aan een bijna ondraaglijke beproeving, inclusief een seksuele insinuatie. Het is een beproeving in de wildernis. Het lukte Ron die te weerstaan en tenslotte het medaillon te vernietigen, waarmee de zoeker naar Verlichting bevrijd wordt van seksuele beproevingen.

Harry [17]

De Relieken des Doods Een jaar voordat deel zeven werd gepubliceerd had ik een gesprek met iemand die veel ervaring heeft met spirituele zaken. Hij was het eens met mijn uitleg van de symboliek in de zeven delen. Maar vervolgens vertelde hij mij, dat de enige manier om de zuiverheid in de verborgen lessen in Harry Potter te toetsen, was door te zien hoe deel zeven zou eindigen. Wat hij zei is onuitwisbaar in mijn bewustzijn gegrift:

‘De nieuwe ziel doodt niet’, zei hij. ‘Als de nieuwe ziel wordt aangevallen, stapt zij opzij en vult zij de vrijgekomen ruimte met liefde.’

Dat is de wijsbegeerte van de waarheid. Dat is de wijsbegeerte van Christus, die zichzelf niet verdedigde toen hij werd gearresteerd en gekruisigd. Dat was de wijsbegeerte van de katharen, die zonder verzet werden opgepakt en op de brandstapel gezet. Dat is de universele wijsbegeerte van allen die naar God willen terugkeren als de verloren zoon: zij verdedigen zich niet.

Dit is volledig in strijd met de gebruikelijke gang van zaken in deze wereld. Er is geen bestuursorgaan en geen regering in deze wereld die zelfverdediging niet toestaat en zij verplichten er zelfs toe, als het gaat om nationaal belang.

Het is ook volledig tegen onze natuur. Het is tegen ons natuurlijke systeem van zelfhandhaving, tegen het ik, tegen al onze natuurlijke instincten.

Toch is dat precies wat er gebeurt in deel zeven van Harry Potter. Aan het eind daarvan staat Harry tweemaal tegenover Voldemort, één keer midden in het bos en één keer in de Grote Hal. Bij de eerste ontmoeting steekt Harry zijn toverstok onder zijn gewaad en treedt hij Voldemort ongewapend tegemoet, wetend dat hij gaat sterven. Voldemort spreekt de Avra Kedravavloek uit en Harry gaat King’s Cross binnen. Het kruis verbindt ons hier met de dood van Christus.

Bij de tweede ontmoeting hebben Harry en Voldemort beiden een toverstok, maar Harry gebruikt de zijne om een beschermend schild op te trekken, rond degenen die hem lief zijn. Als Voldemort tenslotte voor de laatste keer de Avra Kedravavloek uitspreekt, past Harry de Ontwapeningsspreuk toe. Voldemorts vloek kaatst terug en hij wordt door zijn eigen vloek gedood.

Het terugkaatsen van zijn vloek wordt veroorzaakt, vertelt Perkamentus ons, door het feit dat Voldemort bloed van Harry gebruikte om voor zichzelf een nieuw lichaam te creëren. Daardoor drong het offer van Lily, dat in Harry’s bloed was geëtst, ook door in het bloed van Voldemort.

Een ander essentieel bewijs dat Harry Potter de boodschap van bevrijding bevat, is het verdwijnen van het bewustzijns-ik. In hoofdstuk 19 wordt het wezen van het drievoudig bewustzijn van de mens uitgelegd.

Deel 5 gaat over de bevrijding van het verstands-ik, deel zes over de bevrijding van het gevoels-ik (het medaillon).

Het bewustzijns-ik wordt gesymboliseerd door Harry’s litteken. Het bewustzijns-ik ligt vlak achter het voorhoofdsbeen, tussen de ogen, precies onder Harry’s litteken. Het bevat een deel van Voldemorts ziel. Dit verwijst naar het feit dat ons bewustzijn wortelt in het hoger zelf, dat zich uitstort in het ruggenmerg van de foetus, vóór de geboorte. Zo zijn wij allemaal schepsels van onze eigen Voldemort. Maar hij is niet ónze vijand. Hij is de vijand van de nieuwe ziel, wanneer die wordt geboren in ons hart.

Nadat Harry is gekruisigd en wakker wordt in King’s Cross, is zijn litteken verdwenen. Hij is bevrijd van het ik-centrale bewustzijn van de sterfelijke mens. Nu heeft hij het bewustzijn van een Kind van God. Hij kent Gods Plan. Hij kan naar Huis.

Maar vanzelfsprekend doet hij dat niet. Perkamentus vertelt Harry dat hij, wanneer hij dat wil, de trein kan nemen en verder reizen. Maar als een echte bodhisattva keert Harry zijn persoonlijke verlossing de rug toe en gaat hij terug naar de wereld, om die te redden van Voldemort.

De bodhisattva geeft niet om persoonlijke gelukzaligheid. Hij bekommert zich alleen om de bevrijding van de wereld van de macht van Voldemort, die de mens voor duizenden jaren tot zijn slaaf heeft gemaakt door hem onder te dompelen in een grote waan. Harry is een Meester van Ontferming geworden.

Alchemie en Harry Potter - End Chapter Snitch