Skip navigation.

De Alchemie van J.K. Rowling

in het licht van de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis

van Hans Andréa

 

Hoofdstuk 25 - Sirius (2)

Sirius:
  • 1|
  • 2 |
  • 3

Wanneer wij denken, vormen wij kleine astrale wolken rond ons hoofd. Deze gedachtevormen zweven rond ons lichaam in een linksdraaiende circulatie, vanaf het hoofd omlaag naar het bovenste gedeelte van de onderbuik, door milt en lever heen, aan de andere zijde het lichaam verlatend, terug naar boven.

Dit is de gewone gang van zaken bij iedere mens. Behalve deze gedachtevormen, is er bij veel mensen nog een andere invloed. Die verandert hen in een zoeker. Dat is de Gedachtevonk, het zaad van de Oorspronkelijke Geest. Die wordt in Harry Potter gesymboliseerd door Lily. Wanneer de bloembladeren de lelie omsluiten kan geen invloed onze manier van denken veranderen. Door verschillende oorzaken echter kan de lelie in het hart één bloemblad gaan openen, om het zo te zeggen. Zo iemand gaat dan vermoeden dat het doel van het leven niet alleen eten, slapen, seks en ontspanning is. Hij gaat zoeken naar het doel van het leven. Dat is de geboorte van de zoeker.

Kennelijk beïnvloedt dit de gedachten van de zoeker. Daardoor ontstaat een nieuwe gedachtevorm, overeenkomend met het zoekpatroon. In het begin is deze gedachtevorm vaag en onbepaald en daarom krachteloos. Maar na veel onderzoek, zal de zoeker ontdekken dat bevrijding het doel van het leven is en dat dit alleen kan worden bereikt door het opgeven van zijn ik-gerichtheid. De gedachte gaat nu een heldere vorm aannemen en begint kracht uit te stralen. Sirius Zwarts wordt geboren.

Deze gedachtevorm gaat niet circuleren. Hij staat onbeweeglijk voor de zoeker, stralend als een blinkende morgenster. En, zoals ik hiervoor zei, er is een overeenkomstig licht in de zesde aurische ring van de microkosmos.

Paulus was zich hiervan bewust en schreef erover in de Eerste brief aan de Korinthiërs, hoofdstuk 15, vers 49: ‘En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen’. Sirius is de verpersoonlijking van het gedachtebeeld van de hemelse mens.

Eerder heb ik besproken dat een zaad een kiem draagt, energie en een plan. Wanneer de goddelijke vonk in het hart gaat vibreren, ofwel in vuur ontsteekt, zoals wij dit mystiek wel uitdrukken, gaat het plan dat de goddelijke geest al miljoenen jaren geleden schiep, zich projecteren in de aura van de mens. In het begin is het levenloos, maar als de nieuwe ziel groeit wordt zij geleidelijk bewust. De projectie van het plan kan nu instructies gaan geven aan de nieuwe ziel, zodat zij weet wat haar te doen staat en hoe op te groeien zoals het door God bedoeld is.

In hoofdstuk 24, Peter Pippeling, wordt beschreven dat Peter, alias Schurfie, het ik uitbeeldt, dat zich bevindt aan de bovenzijde van de onderbuik, rondom de plexus solaris, de milt en de lever. Door het ik circuleren de gedachtevormen. Het is het ik, dat achter al onze gedachten en wensen staat. In feite komt het erop neer dat het de meester is van ons begeertelichaam, ofwel astrale lichaam. Onze gedachten stammen af van onze begeerten. Onze begeerten voeden onze gedachten en onze gedachten voeden op hun beurt onze begeerten. Totdat Harry wordt geboren.

Let eens op de situatie van zo iemand. De lelie is zich gaan openen. Een helder zilveren hert staat naast de lelie en hoopt vurig op een kind. Sirius staat binnen het firmament van de zoeker en brengt vertroosting en hoop. Het microkosmisch zelf is de baas en Schurfie is zijn dienaar, hoewel Lily en James dat niet weten. Dan schenkt Lily het leven aan een schitterende baby. Over deze baby is voorspeld dat hij de opperheer, Voldemort, zal doden. Sirius wordt onmiddellijk benoemd tot Peetvader omdat hij het voorbeeld vormt voor Harry, zijn mentor en liefdevolle gids.

Voldemort voelt de pijn van Harry’s aanwezigheid en probeert zijn wereld te bevrijden van de onruststokers. Hij doodt James en Lily, maar de liefde van Lily is zo groot dat Harry ongedeerd blijft. Het microkosmische zelf echter, verliest een groot deel van zijn kracht. Harry moet leven in de koude, niet-magische, wereld, die zijn grootheid niet erkent. De nieuwe ziel moet er aan wennen te leven in de wereld van alledag, verwijderd van God. Zoals uitgelegd in hoofdstuk 23, Sirius (1), heeft het ik de zoeker misleid door het gevangennemen van de gedachtevorm van de hemelse mens. Sirius wordt gevangengehouden in allerlei ik-gerichte geestelijke en religieuze bezigheden. Hij wordt zwakker en zwakker.

Maar de nieuwe ziel blijft groeien en het lukt Sirius om te ontvluchten. Hij is in staat om het ik uit te drijven, dat ontvlucht naar zijn schepper, het microkosmisch zelf. Evenals een gewone gedachtevorm stroomt hij door de plexus solaris, maar in plaats van het ik te stimuleren, zoals normale gedachten doen, drijft hij dat uit. Echter Dementors, ofwel de archonten van de eonen, zoals de Pistis Sophia ze noemt, proberen het leven weg te zuigen, zowel uit de nieuwe ziel als uit de gedachtevorm. De nieuwe ziel slaagt er in ze te verjagen vanwege zijn krachtige verlangen naar bevrijding. Krachten rondom Harry proberen zijn groei tot volwassenheid tegen te houden en de omgang met Sirius te belemmeren. Samen zijn Harry en Sirius voorbestemd om de nieuwe heersers van de microkosmos te worden. Zo’n nieuwe mens is uiterst krachtig in goedheid, waarheid en gerechtigheid, iets dat de gevestigde orde niet aanstaat.

Scheurbek, die de bevrijdende Christusradiaties van de broederschap van de Meesters van Ontferming voorstelt, is klaar om opgeofferd te worden. Sirius wordt gevangengenomen door Sneep, de zwarte zijde van de persoonlijkheid. De zaken zien er plotseling somber uit. De nieuwe goddelijke ziel, Harry echter, geeft zich over aan de Christusradiaties, die onmiddellijk de ziel verheffen tot grote nieuwe geestelijke hoogten. Ook het mentale beeld van de hemelse mens wordt opgetild door de reddende Christusradiaties en wordt bevrijd om de nieuwe ziel te leiden, te inspireren en te bemoedigen.

Alchemie en Harry Potter - End Chapter Snitch