De Alchemie van J.K. Rowling
in het licht van de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis
van Hans Andréa
Hoofdstuk 30 - Ron
Harry Potter en het Nieuwe Testament vertellen hetzelfde verhaal: het zijn beide wegenkaarten naar de volledige bevrijding van de mens. In het Nieuwe Testament wordt de nieuwe ziel verpersoonlijkt door Jezus, in Harry Potter door Harry. In het eerstgenoemde verhaal wordt de oude, aardse persoonlijkheid, gesymboliseerd door Johannes de Doper, in het laatst-genoemde door Harry’s vriend Ron. Jezus en Harry verpersoonlijken de nieuwe, onsterfelijke ziel die geboren wordt in de zoeker, bij wie de Lelie in het Hart van God (Godric’s Hollow) wordt geopend. Dit is niet iets dat zomaar toevallig gebeurt. Er komt heel wat voorbereiding bij kijken.
Het verhaal begint met een microkosmos, die volledig is afgesloten van het roepende licht van de broederschap van de Meesters van Ontferming. Het licht roept, maar het wordt buitengesloten door de aurische ring (Voldemort) van de microkosmos. In de microkosmos is echter ook een latente ring, die eonen geleden heeft geglansd in de stralende glorie van het onwankelbare koninkrijk van God.
Wanneer een mens zich na vele incarnaties gaat realiseren dat het leven één eindeloze herhaling van zetten is, zonder enige echte vooruitgang, gaat één van de twaalf oorspronkelijke lichten in de latente ring, de zesde ring, geleidelijk aan zijn werk hervatten: het binnenlaten van het goddelijk licht. Zulk een persoonlijkheid realiseert zich.... ‘Wat er was, zal er altijd weer zijn, wat er is gedaan is, zal altijd weer worden gedaan; er is niets nieuw onder de zon’
(Prediker 1:9).
Aan het firmament van de mens wordt een nieuwe zon geboren. Deze nieuwe zon is in het begin slechts een zwakke ster, maar er valt een klein straaltje licht op de godsvonk in het hart van de mens. De zoeker is geboren! Hij is een zoeker geworden omdat het goddelijk zaad is gaan dorsten naar het levende water.
Zoals ik heb uitgelegd in de vorige hoofdstukken, noemen wij de nieuwe zon Sirius; de dorst naar God noemen wij James. Ron Johannes is de aardse zoeker die reageert op de roepende macht van de broederschap van de Meesters van Ontferming. Dat is de mens die het pad van bevrijding heeft gevonden en die bereid is om daar zijn hele leven aan te wijden. Hij beseft dat de enige manier waarop hij bevrijding kan bereiken is gelegen in het opgeven van het aardse zelf. Kort nadat Johannes de Doper is geboren, wordt Jezus geboren. In Harry Potter is Ron een paar maanden ouder dan Harry. Ron en Harry zijn elkaars beste vrienden en Ron aanvaardt Harry stilzwijgend als zijn leider. Eén van de grootste talenten van Ron is het schaakspelen. Het schaakspel wordt vermeld in De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis. Het is het symbool van rechtvaardig tegenover verkeerd, of deugd tegenover ondeugd, zoals de Alchemische Bruiloft het uitdrukt. Met andere woorden: de alchemist dient een zeer duidelijk besef van goed en fout te bezitten. Hij moet onder alle omstandigheden weten wat het juiste is om te doen.
In hoofdstuk 9-12, zijn de zeven beproevingen in deel één uitgelegd. In de vijfde beproeving leidt Ron een schaakspel van gigantische en gevaarlijke schaakstukken, waarin de drie kinderen de plaats van bepaalde schaakstukken innemen.
De eerste echte schok kwam toen hun andere paard werd geslagen. De witte dame beukte hem tegen de grond en sleurde hem van het bord, waar hij doodstil en met zijn gezicht omlaag bleef liggen. ‘Dat kon niet anders’, zei Ron, die ook nogal geschokt leek. ‘Nu kun jij die loper slaan, Hermelien, vooruit, ga je gang.’ Als er een zwart stuk werd geslagen, toonden de witte stukken geen enkel mededogen en al gauw lag er een stapel slappe, roerloze gedaanten tegen de muur. Ron merkte twee keer net op tijd dat Harry en Hermelien ook gevaar liepen. Zelf schoot hij over het bord heen en weer en sloeg hij bijna net zoveel stukken als zwart had verloren. ‘We zijn er bijna’, mompelde hij plotseling. ‘Even denken – even denken...’ De witte dame keek hem aan met haar gezichtsloze hoofd. ‘Ja’... zei Ron zacht. ‘Dat is de enige oplossing... ik moet mezelf laten slaan.’ ‘NEE!’ schreeuwden Harry en Hermelien. ‘Zo gaat dat met schaken’, beet Ron hen toe. ‘Soms moet je stukken opofferen! Als ik één vak opschuif slaat ze me – en dan kan jij de koning schaakmat zetten, Harry!’ ‘Maar –’ ‘Wil je Sneep tegenhouden of niet?’ ‘Ron –’ ‘Hoor eens, als we niet opschieten, heeft hij de Steen al te pakken!’ Er zat niets anders op. ‘Klaar?’ riep Ron, bleek maar vastberaden. ‘Daar ga ik – en blijf niet rondhangen als we eenmaal gewonnen hebben.’ Hij stapte naar voren en de witte dame sprong op hem af. Ze sloeg Ron hard tegen zijn hoofd met haar stenen arm en hij viel met een smak op de grond. Hermelien gilde maar bleef op haar vak staan, de witte dame sleepte Ron van het bord. Zo te zien was hij buiten westen. Trillend ging Harry drie vakken naar links. De witte koning nam zijn kroon af en gooide die aan Harry’s voeten. Ze hadden gewonnen!
Uit: de Steen der Wijzen, p 209
De bereidheid van Ron om zich te offeren leert ons dat bevrijding het opgeven van het zelf vereist ... ‘Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden’ (Matth. 10:39). In de Alchemische Bruiloft worden, in zelf-offerande, zes koningen en koninginnen onthoofd en in het Nieuwe Testament offert Johannes de Doper zich op. De aardse persoonlijkheid kan, hoe zuiver, edel of zelf-opofferend die ook mag zijn, het koninkrijk der hemelen niet binnengaan. Hij is het product van een fout: de val uit het goddelijke leven. Maar als hij zijn leven kan opgeven voor de nieuwe ziel, zal hij opgaan in de oorspronkelijk mens, die de eniggeboren zoon van de vader is. Waarom onthoofding? Omdat het oude bewustzijn, dat in het hoofd zetelde, is heengegaan. Het is opgegaan in het nieuwe bewustzijn, zoals een kaarsvlam opgaat in de zon. Het bestaat niet meer als geïndividualiseerd zelfbewustzijn, maar is deel geworden van het universele alomtegenwoordige bewustzijn. Deze bijzondere onthoofding is niet gruwelijk of bloedig, maar uiterst sereen en betekent dat de alchemist zijn transmutatie heeft voltooid en is geworden tot een meester-alchemist door de genade Gods.