Een paar belangrijke opmerkingen betreffende Harry Potter en zijn magische wereld
door Janneke Smits
Mijn naam is Janneke Smits, ik woon in Nederland en op dit moment ben ik 19 jaar. In het schooljaar 2006/2007 moest ik voor school een eindwerkstuk maken, het zogenoemde Profielwerkstuk. Als onderwerp koos ik fantasieliteratuur, meer precies: In de ban van de Ring (Tolkien), De Kronieken van Narnia (Lewis) en Harry Potter (Rowling). In deze boeken ben ik erg geïnteresseerd, misschien zelfs iets meer in Tolkien en Lewis dan in Rowling, maar het meeste onderzoek ging zitten in Harry Potter.
Ik merkte dat er verschillende opvattingen zijn over Harry en zijn wereld waar hij in leeft. Deze opvattingen heb ik verzameld en er over nagedacht; dit artikel is het resultaat van mijn onderzoek. Het gaat over magie, goed en kwaad, de groeiende duisternis, alchemie en nog meer interessante onderwerpen.
Ik heb geprobeerd objectief te blijven en niet bevooroordeeld en bovenal om op de Bijbel en op Jezus Christus gericht te blijven. Ik hoop dat je het leuk vind om dit te lezen en als je vragen hebt of opmerkingen, voel je dan vrij om contact met me op te nemen:
J.K. Rowling
Joanne Kathleen Rowling werd geboren op 31 juli 1965 in Yate, Bristol in Engeland. Ze had nog een jonger zusje, Diana. Joanne deed examen op Vwo-niveau en slaagde met Frans, Duits en Engels in haar pakket. Daarna studeerde ze Romaanse talen en studeerde suma cum laude af. Ze ging omwille van haar Portugese vriend naar Portugal en doceerde daar Engels. Maar hun relatie strandde en als alleenstaande moeder en werkeloos keerde ze in 1993 terug naar Edinburgh. Met haar pasgeboren dochtertje belande ze in een kleine flat.
Tijdens een treinreis in 1990 van Manchester naar Londen krijgt ze het idee van een verhaal over een weesjongetje op een tovenaarsschool en begint dit idee verwoed uit te werken. Het duurt een aantal jaren, maar dan heeft ze het helemaal voor zich hoe ze het wil gaan aanpakken. Ze begint met het schrijven van deel één en stuurt het naar een uitgever. Haar literair agent ziet er echter niets in en stuurt het script terug. De tweede ziet het wel zitten en zo komt Harry Potter in de winkels. In 1997 komt het eerste deel uit en het is meteen een groot succes. Elk volgend jaar komt er een nieuw deel uit, op dit moment zijn er zes van de zeven delen te koop. Het zevende en laatste deel wordt volgend jaar verwacht.
Joanne Rowling is lid van de Presbyteriaanse kerk, is opnieuw getrouwd en heeft naast haar eerste dochtertje nog een zoon en een dochter gekregen. Het gezin woont in Schotland.
Harry Potter
Harry Potter wordt al vroeg wees, zijn ouders zijn vermoord door Voldemort. Daarom woont hij nu bij zijn oom en tante, familie Duffeling, die hem als verschoppeling behandelen.
Harry komt er achter dat hij een tovenaar is, in tegenstelling tot zijn oom en tante die Dreuzels zijn. Dreuzels zijn mensen zonder toverkracht. Op zijn elfde verjaardag mag hij naar de tovenaarsschool Zweinstein waar kinderen ingewijd worden in de toverkunst en alles wat daarbij komt kijken. Harry blijkt zowaar talent te hebben hiervoor en vooral voor Zwerkbal, een magische sport.
In de toverwereld is een duistere heer actief, Voldemort, door iedereen gevreesd. Hij heeft het vooral voorzien op Harry, omdat Harry hem al eens een keer verslagen heeft. Daarnaast wil hij graag alles en iedereen verwoesten en onderwerpen aan hem.
Harry moet het meerdere malen tegen hem opnemen, samen met zijn vrienden Hermelien en Ron en het schoolhoofd Perkamentus. De serie is nog niet afgerond, het laatste boek wordt volgend jaar verwacht. In dat deel zal de ontknoping staan van de strijd tussen de duistere heer Voldemort en Harry.
1 Magische aantrekkingskracht
Rowling en haar creatie
Joanne Kathleen Rowling maakt op een dag een treinreis en terwijl de landschappen aan haar voorbijtrekken, komt er opeens een idee in haar hoofd op. Flarden schieten door haar hoofd en jammer genoeg heeft ze geen pen en papier bij zich. In gedachten neemt haar idee vorm aan: een weesjongetje, een kostschool, nee, een school voor tovenaars, een roodharige vriend. De hele reis denkt ze er over na en thuis schrijft ze wat ze zich nog herinnert op.
De komende tijden is ze druk bezig het verhaal en verzint er veel bij. Ze trekt een aantal jaren uit om een complete opzet te maken hoe ze de verhalen in wil delen, uiteindelijke moeten het er zeven worden. Dan begint ze met schrijven en als het eerst boek af is vindt ze een uitgever die het wel wil proberen. Meteen zijn de boeken een succes in Engeland en langzamerhand veroveren ze de hele wereld. Elk jaar is er een deel van de reeks gepland en zodra het in de winkels ligt, staan er rijen kinderen, maar ook volwassen, voor de deur. De meningen zij verdeeld: velen waarderen het om de humor die er in gebruikt wordt, anderen om de spanning en de levensechte personages. Er zijn al zes delen uitgekomen, de laatste wordt volgend jaar verwacht. De vraag is hoe de reeks zal aflopen en wie de zinderende strijd zal overleven.
Harry staat tegenover de spiegel, samen met Krinkel [Quirrell], de leraar die door Voldemort bezeten is. Zij zien de Steen in de spiegel en beiden weten dat de Steen onsterfelijkheid op aarde kan brengen, een gezond leven en zoveel goud (geld) als iemand maar kan wensen; met andere woorden een oneindig gezond leven in luxe en gemak. Harry is in staat om de steen te nemen omdat hij het niet voor zichzelf wenst.
Dit betekent dat Harry de overwinning op de stofsfeer behaald heeft. Symbolisch gesproken heeft hij zich van de banden van de stofsfeer vrijgemaakt.
Al meteen deden haar boeken veel stof opwaaien in Engeland en nu hebben zich in Nederland ook twee kampen gevormd. Allebei doen ze hun best om achter de waarheid van Harry Potter te komen.
Verstandig is om de auteur eerst zelf aan het woord te laten. Daarna zullen we enkele aspecten van de boeken onderzoeken die ondanks dit onduidelijk kunnen zijn en vragen oproepen. In een interview heeft J.K. Rowling eens gezegd: 'Als ik te vrij praat over mijn geloof in God, denk ik dat de intelligente lezers, of ze nou 10 of 60 zijn, in staat zijn om te raden wat er komen gaat in de boeken.' En een andere keer zei ze dat ze een aantal vragen die gesteld waren over de religieuze inhoud van de boeken niet kon beantwoorden voordat ze de conclusie in boek zeven geopenbaard had.
Voor christelijke lezers zou het dan makkelijk te raden zijn wat er komt. En hoewel we hier nu niet hoeven te gaan brainstormen over de uiteindelijke conclusie van de serie, denk ik toch dat dit een sleutel is om te begrijpen waar Rowling het over heeft.
Magie is nodig
Als Harry op een gewone kostschool zat, zou er ook heel wat kunnen gebeuren en zou het ook spannend kunnen zijn, maar met het element magie heb je meer mogelijkheden. Magie past in deze verhalen en wel om de volgende reden:
Harry’s wereld is onttrokken aan het oog van niet-magische mensen en verschilt op een paar punten van de gewone wereld. Ten eerste is deze wereld niet voor iedereen toegankelijk. Ten tweede hebben de mensen die deze wereld bevolken iets gemeen met elkaar. Deze mensen leven wel in de gewone wereld, maar tegelijkertijd leven ze in die andere, magische wereld. Lijkt dat niet heel erg op de positie van de christen, vandaag de dag in deze wereld? We leven in deze wereld, tussen allemaal andere mensen, maar tegelijkertijd leven we in een andere wereld. Die wereld is niet aan te duiden met grenzen of te omschrijven, maar toch leeft het voor ons. Er zijn mensen die er niks van weten, of die er niks van willen weten, mensen die het ontkennen of het bestrijden.
Voor anderen onzichtbaar, voor christenen levensecht. De andere mensen die samen met ons die andere wereld bevolken zijn soms goede vrienden en soms vage bekenden, maar één ding hebben we in ieder geval gemeen: we geloven in de wereld die ons samenbindt. Niet iedereen kan er komen, maar met hen die er wel de weg naar toe weten, hebben we een band. Hierom past magie in de verhalen van Harry Potter. De bijzondere, tweede wereld die niet voor iedereen toegankelijk is, is anders. Anders dan de gewone, zichtbare wereld. Er zijn meer mogelijkheden, er is meer perspectief. Het houdt niet op bij wat je ziet, er is meer.
Overeenkomst
Nog iets over de mensen die de magische wereld bevolken: het zijn niet mensen die er zelf voor kiezen, maar het zit in ze. Een kracht, magische bekwaamheid, die hen onderscheidt van hen die dat niet hebben. Harry weet niks van het bestaan van deze magische wereld, totdat hem erover verteld wordt. De magische kracht, die al in hem zat, herkent hij nu. Zijn oom en tante daarentegen, die wel van het bestaan van een andere wereld afwisten, voelden helemaal geen aandrang deze wereld te bezoeken, het hun eigen te maken, maar ze bleven er van weg en hadden geen interesse, omdat ze geen magische kracht van binnen hebben. Dit is, vertaald naar het hier en nu, het verschil tussen iemand aan wie wél en iemand aan wie niet Gods evangelie is geopenbaard. De eerste wil er meer van weten: hij heeft iets wat die ander niet heet. De tweede hoort er zo af en toe iets over, maar het leeft niet voor hem: hij keert zich er van af. Magie past dus in deze andere wereld omdat het het verschil aangeeft met de gewone wereld en uitbeeld hoe anders, hoe veel bijzonderder het in de onzichtbare wereld is. De één kan het ontkennen, een ander geloofd er in. En dan komen we weer bij het punt van de populariteit. Hoeveel kinderen zouden er wel zijn die graag samen met de vier Pevensie-kinderen in het land van Aslan zouden willen wonen? Lezertjes, en dan natuurlijk degenen die de Bijbelverhalen kennen, weten waar het verhaal van de Leeuw, de Heks en de Kleerkast over gaat. In gedachten vechten ze mee en fantaseren ze over Aslan. Waar komt dit verlangen van kinderen uit voort? Zij houden zich niet bezig met theologische vraagstukken, nee: Aslan is goed. Aslan is Jezus en ze willen graag bij Aslan zijn. Kinderen weten simpelweg het verschil tussen goed en kwaad en hen hoef je er niet op te wijzen dat de witte Tovenares fout is en dat ze voor Aslan moeten kiezen. Dat spreekt voor zich, dat voelen ze aan. Elk mens heeft het verlangen de moed te hebben om, als het er op aan komt in het heetst van de strijd te kunnen kiezen voor Goed. Te strijden voor de Goeden en uiteindelijk te overwinnen.
Goed en Kwaad. In zoveel boeken en films uitgebeeld, maar altijd nog een succes. In de ban van de Ring is niet voor niets een zeer geliefd boek en de films zijn niet bij toeval zo goed ontvangen. Ik denk dat iedereen aangesproken wordt door het thema goed versus kwaad en dat dat ook één van de belangrijkste redenen is waarom de boeken over Harry Potter zo’n succes zijn. Harry is niet zomaar een leerling op een school voor hocus-pocus en magie; hij is een individu in een andere, onzichtbare wereld en hij moet strijden tegen het kwaad en in het heetst van de strijd moet – en wil hij ook graag – kiezen voor het Goede. Met die strijd leven zoveel kinderen en ouderen mee: lukt het hem om vol te houden, blijft hij doorvechten voor de Goeden? Het is duidelijk wat het verschil is tussen Goed en Kwaad: Harry is goed, zijn vijanden zijn Kwaad. In die strijd interesseren en verdiepen kinderen zich.
Goed en kwaad
Ten slotte wil ik graag nog een punt bespreken dat ik al wel genoemd heb, maar nog niet volledig uitgewerkt. In de magische wereld van Harry zijn niet alleen goede en vredelievende mensen te vinden. Iedereen in de onzichtbare wereld weet dat er een vijand is, een vijand met aanhangers en dat zij een gevaar vormen voor hun wereld. Niet-magische mensen hebben weinig tot geen last van deze vijand – hoewel hij in de laatste boeken zich ook steeds duidelijker vergrijpt aan de niet-magische wereld – en ze weten ook niet dat hij bestaat. Als ze al nadeel van hem ondervinden, herkennen ze hem zelf er niet in. Deze vijand is Voldemort. Hij is zo angstaanjagend dat zijn naam bijna niet genoemd wordt. Men duidt hem aan met Jeweetwel. Voldemort vormt een bedreiging voor de magische, maar ook voor de niet-magische wereld. Hij heeft veel macht, maar gebruikt die verkeerd.
Voortbordurend op de overeenkomsten die we net zagen, past dit ook heel goed in het plaatje. Christenen, zij die van het bestaan van de andere wereld af weten, weten ook dat er binnen die wereld een vijand is. Een vijand met veel macht. Hij heeft veel aanhangers, die ons binnenuit, vanuit onze eigen wereld, aanvallen. Hij is gevaarlijk, hoewel hij niet het laatste woord heeft. Wij merken zijn aanwezigheid, weten dat hij actief is en zien ook in de zichtbare wereld de gevolgen van zijn acties. Sommigen ontkennen hem, anderen zien hem aan het werk en het is zaak je tegen hem te weren, hem te bestrijden. Te kiezen voor het Goede en zo uiteindelijk te zegevieren.
Dit is ons verhaal, dit is ook Harry’s verhaal.
Dit was wat ik wilde zeggen over de van de boeken en anderzijds over de verklaring van magie in die andere wereld. Ik heb alleen op de grote lijnen gelet en dat doe ik voorlopig ook nog even. Daarna komt de invulling en de symboliek.
We hebben in ieder geval gezien dat de grote lijnen in de boeken overeen komen met de wereld van een christen. Dat een christen zich als het ware in dezelfde situatie bevind als Harry Potter. Levende in twee werelden en deelgenoot van een strijd waarin je moet kiezen tussen Goed en Kwaad.
2 De critici van Harry Potter
De één noemt het een kinderboekenserie, de ander vindt het hekserij in een nieuw jasje. Weer een ander ziet er occulte, duivelse aantrekkingskracht in, terwijl de volgende het beschouwt als het ultieme christelijke leesvoer, een wegbereider voor de Wederkomst van Christus.
Wat wonderlijk dat verschillende christenen, die toch allemaal Gods Woord willen volgen en betrokken zijn op de jeugd en de wereld waarin die opgroeit, op zulke verschillende manieren tegen de Harry Potter-boeken kunnen aankijken. En allebei de partijen gebruiken bijbelse argumenten en uitleggingen. Toch staan ze tegenover elkaar. Beide hebben ze een uiterste opgezocht: de één zegt dat Harry volkomen verkeerd is, occult, duivels, je moet je er niet mee inlaten. De andere partij zegt dat Harry juist goed is, opbouwend, leerzaam, symbolisch voor christenen, je moet de boeken vooral lezen.
Kan één van de beide partijen gelijk hebben, of moeten we het antwoord ergens in het midden zoeken?
In dit hoofdstuk staan argumenten en uitleggingen van beide partijen, hoe zij denken dat Harry Potter gelezen moet worden.
Onderscheidingsvermogen
Christenen moeten kunnen onderscheiden. De boeken over Harry zijn occult en trekken kinderen een duistere wereld vol magie en demonen in. Zo op het eerste gezicht lijken het leuke verhalen, maar in feite is het aloude magie en tovenarij in een nieuwe, onschuldige vormgeving. Een ander verwijt dat wordt gemaakt is dat het verhaal nooit christelijk bedoeld kan zijn, want het roept niets op van de rauwe realiteit van de Bijbel, van de strijd tussen licht en duisternis. Dit is niet waar. Alle zeven delen staan in het teken van de strijd tussen de goeden en de kwaden. In elk deel moet Harry het opnemen tegen Voldemort en zijn dienaren en de rode lijn, van begin tot eind van al de zeven delen, is ook dat de goeden zich moeten verzetten tegen de duistere machten in de onzichtbare wereld. Dat staat centraal in de verhalen, dáár gaat het allemaal uiteindelijk om! Keuzes maken, vallen en opstaan, de Bijbel heeft geen andere realiteit dan deze. De reactie op het idee dat de boeken hekserij in een nieuw jasje zouden zijn, staat in hoofdstuk 1: het is weliswaar magisch, maar het is dan ook een magische wereld waar Harry in leeft, met meer perspectief dan de alledaagse wereld. Er is magie en Harry tovert nou eenmaal omdat dat de wereld is waar hij in leeft. Dat is de fantasie van de schrijfster.
Andere boekfiguren hebben ook te maken met de omstandigheden in de wereld waar ze zich bevinden.
De mensen die zo fel tegen Harry en zijn wereld zijn, hebben gelijk als ze zeggen dat we kinderen moeten beschermen tegen occulte invloeden. Maar het hysterische geroep dat we ons mijlenver van Harry moeten houden, mist het punt helemaal. Er is geen bewijs dat de boeken naar occultisme leiden. Er is wel bewijs voor om aan te nemen dat er occulte sites en bewegingen inhaken op hype rond Harry, maar de vraag is in hoeverre een boek zo’n lezersreactie te verwijten is. Je kunt de schrijfster niet aanrekenen wat lezers na het lezen van een boek doen. Toen het boek Het lijden van de jonge Werther gepubliceerd werd, pleegde een aantal jongeren zelfmoord. Kun je Goethe daarvoor verantwoordelijk houden? Het is de eigen verantwoordelijkheid en zaak van de lezer wat hij eruit haalt, hoe hij daarop reageert en wat hij daarmee vervolgens doet.
Enige tijd geleden censureerde een sekte in Amerika alles wat los en vast zat en waarin occulte invloeden en geweld stond. Uiteindelijk censureerden ze ook de Bijbel. Moeten wij dat ook weer doen? In de Bijbel wordt immers ook geschreven over magie: er komen waarzeggers in voor, boze geesten en geweld. Maar dat betekent nog niet dat de Bijbel slecht is! Het staat er als waarschuwing, of om er een les uit te trekken en je hebt weer wat geleerd. Het aanhalen van occulte bronnen of het beschrijven van magie betekent dus niet dat het boek zelf slecht is en gemeden moet worden. Wel vraagt het onderzoek én onderscheidingsvermogen.
Persoonlijke reacties
Net als met de verhalen van J.R.R. Tolkien en C.S. Lewis, is het bij deze boeken zo dat niet iedereen ze kan lezen. De één is er gevoeliger voor dan de ander, de één kan wel dingen van elkaar onderscheiden, de ander heeft dat vermogen niet. Dat is gewoon zo en dat is ook niet erg. Maar ook net als in In de ban van de Ring en Narnia weten kinderen in de Harry Potter-serie feilloos aan te wijzen wie goed is en wie kwaad en welke keuze ze moeten maken. Natuurlijk is Harry goed en natuurlijk vechten ze mee tegen Voldemort, die is namelijk heel erg slecht.
Met deze boeken is het zo, net als bij zoveel andere boeken, dat er niet maar één richtlijn is. Je kunt niet voor alle christenen beslissen of ze Harry Potter wel mogen lezen. Je kunt niet een algemene voorspelling doen over de reactie van de lezers op deze serie. Het feit alleen al dat twee christenen zo tegenover elkaar kunnen staan als ze over hetzelfde boek praten, met allebei de Bijbel als basis, bewijst dat de lezersreactie niet voorspelbaar is en dat het dus veel persoonlijker moet liggen.
Harde kritiek
Een ander, veelgehoord bezwaar is dat er in de verhalen veel elementen zitten die verwijzen naar zwarte magie. Maar er worden geen bewijzen bij geleverd. Er worden geen heksen of goden aangebeden: er is geen enkele verwijzing naar welke religie dan ook. De magie is hier een op zichzelf staand iets.
Er is ook een groot verschil met de fantasie van de schrijfster en echte magie: het blijft bij grappige spreuken. Natuurlijk zijn er ook gevaarlijke spreuken, maar de leerlingen zijn nog niet in staat die uit te voeren. Daarnaast zijn ze ook verboden. Er wordt ook gezegd dat de toverspreuken die de leerlingen leren, verbasteringen zouden zijn van echte bezweringen, maar ook hier worden geen voorbeelden gegeven. In de boeken komen alleen niet-authentieke spreuken voor.
Een ander misverstand is dat er aan menselijke offers gedaan zou worden. Dit is niet waar. Wel heeft in het verleden Harry’s moeder geprobeerd Harry te beschermen en daarbij is ze zelf om het leven gekomen. Deze zelfopoffering – in de Bijbel vermeld als deugd – zou het enige voorbeeld zijn, maar geldt niet als een echt offer. Dus ook dit argument overtuigt niet. Andere kritiek is bijvoorbeeld het drinken van dierenbloed. Dit gebeurt inderdaad; de slechte Voldemort, niks meer dan een schim, drinkt bloed uit een eenhoorn: een fictief beest. Verder wordt dat in het verhaal aangeduid als verkeerd aan de leerlingen, niemand anders haalt het in zijn hoofd. In Harry’s wereld gelden dezelfde normen en waarden als in onze wereld. En naar alle redelijkheid kun je niet verwachten dat het leven idealer is in de boeken die geschreven worden. Dat is zo’n sterk punt in de boeken: het levensechte ervan. Je voelt als het ware alles persoonlijk mee en je kunt je goed inleven in de hoofdpersonen.
Er zouden ook geesten worden opgeroepen en gemanipuleerd worden, maar dat klopt niet. Dood is dood, ook bij Harry Potter, gestorven dierbaren keren niet meer terug, behalve bij herinnering in de spiegel van Negereb – een spiegel waarin je ziet wat je ten diepste verlangt: als Harry kijkt, ziet hij zichzelf met zijn ouders – of als persoonlijke herinnering in gedachten.
Dit is allemaal heel goed uitgezocht door bezorgde mensen en de schrijfster kan best iets hebben ontleend, aan welke mythologie dan ook, maar dat zegt nog niks over de boeken. De meeste kinderen hebben die achtergrondinformatie niet eens en zijn daar ook niet benieuwd naar.
Net als bij C.S. Lewis: mr. Tumnus, die grappige faun met z’n fluit zou een verwijzing zijn naar de godheid Pan die symbool stond voor allerlei slechte dingen, waaronder angst, perversiteit en bijgeloof. Je kunt het je moeilijk voorstellen, zelfs als je weet van te voren dat het misschien wel een verwijzing zou kunnen zijn. Laat staan als je als kind nog nooit van een of andere Pan hebt gehoord: dan lees je gewoon over een grappig mannetje en is er niks aan de hand. Pas als je als ouders of anderszins hysterisch gaat doen en de vinger erbij gaat leggen, gaan kinderen de verkeerde kant opdenken. Hun plezier is verpest, terwijl het net zulke mooie verhalen zijn. Met andere woorden: het is niet nodig om zo diep te graven en allerlei voorspellingen te doen om te bewijzen hoe slecht de verhalen wel niet zijn.
Dan komen we weer bij het volgende punt. Toen de Harry Potter-boeken net uitkwamen, was er nog veel onwetendheid over Harry en zijn wereld. Kinderen lazen de boeken graag, maar hun ouders zagen leeuwen en beren. Ondertussen zijn er veel mensen die zich openbaar uitspreken tegen Harry. Ze betrekken er van alles bij en slaan de plank grandioos mis. Kleine details worden uitvergroot en op basis hiervan wordt de verkeerde conclusie getrokken dat de boeken slecht zijn. Alles wordt er bij gesleept of het er nou wel of niet mee te maken heeft: kostte wat kost moet bewezen worden dat Harry slecht is. Natuurlijk kun je deze reeks niet als op zich staand beschouwen, maar om alles wat ook maar naar hekserij en magie ruikt er mee in verband te brengen, gaat te ver. Is Harry wel de oorzaak van de opleving van interesse voor magie? Er is geen bewijs dat de boeken naar het occulte leiden. Weliswaar springen er veel dubieuze instellingen op in, maar of dat aan het boek valt te wijten? Laat dat niet iets zijn wat je weerhoudt de boeken te lezen. Iedereen haalt er weer wat anders uit.
Is Harry niet eerder een gevolg van de interesse voor magie in plaats van de oorzaak? Heksenkringen bestonden al, net als alle ander magieverenigingen, je hebt ze in alle soorten en maten.
De groeiende duisternis
Heel veel argumenten zijn dus niet houdbaar als je ze eens beter bekijkt en nagaat of ze ook echt van toepassing zijn op de boeken van Harry Potter.
Toch blijven er vragen over, die je niet gewichtiger moet maken dan ze zijn, maar evenmin over het hoofd moet zien. De schrijfster heeft bij het maken van de boeken een bepaalde bedoeling gehad. Misschien wilde ze gewoon een leuke serie schrijven vol fantasie, maar misschien was de achterliggende gedachte ook wel dat ze een allegorie wilde maken van wat voor haar belangrijk is in dit leven: de strijd tussen goed en kwaad en de uiteindelijke overwinning van Goed. Dat laatste is volgens mij niet waar, want in verschillende interviews zegt ze over hoe Harry is ontstaan dat ze tijdens een treinreis het idee kreeg van een jongetje op een toverschool en dat ze het idee verder heeft uitgewerkt in de jaren erna. Toen begon ze te schrijven en publiceerde ze de van te voren vastgestelde 7 delen, elk jaar een deel. Over de aandrang specifiek over het evangelie te schrijven en zo een grote groep kinderen en jongeren te bereiken zegt ze niets en volgens mij is Harry zo ook niet begonnen. C.S. Lewis begon zijn eerste Narnia-verhaal te schrijven omdat hij de kinderen die in zijn huis bivakkeerden omdat Londen gebombardeerd werd, wilde leren hun fantasie te gebruiken. Pas later introduceerde hij Aslan en de christelijke symboliek in het verhaal. Zelf heeft hij gezegd, net als anderen, dat je niet koste wat kost de christelijke symboliek eruit moet halen en moet markeren, maar dat het, geïntegreerd in het verhaal veel sterke is en geen uitlegt behoeft. J.R.R. Tolkien was buitengewoon gecharmeerd van het Noorden en de bijbehorende sagen en mythen. Daarnaast had hij een groot gevoel voor taal. Deze twee gegevens leidden er toe dat hij al vroeg begon zijn eigen taal, de Elfentaal, te ontwikkelen. Later leerde hij dat achter elke taal een verhaal zit, en zodoende begon hij het verhaal achter zijn taal te bedenken. Dit leidde tot een compleet uitgewerkte mythologie en historie van zijn Midden-aarde. Toen hij gedetailleerder begon te schrijven over Frodo, het Reisgenootschap en de Ring en de drie boeken publiceerde, besefte hij dat het eigenlijk een christelijk verhaal was geworden. Dat is ook niet verwonderlijk. Lewis was christen en Tolkien ook. Beiden hielden van schrijven, van fantaseren, maar beiden hadden ook een christelijk wereldbeeld. Vanuit dit wereldbeeld leefden ze en schreven ze ook. Hun verhalen kregen zo een christelijke lading en meestal onbewust is er christelijke symboliek in verwerkt. Het christelijke zit er onbewust in en wordt er ook onbewust uitgehaald.
Iedereen haalt zelf iets uit de verhalen van Lewis en Tolkien en om dan te sommeren dat iedereen er hetzelfde uit moet halen, namelijk de christelijke boodschap en anders zit je fout, in onverstandig. Ze hebben elementen erin verwerkt en die kun je niet los zien van het verhaal.
Wat heeft dit te maken met Harry Potter? Wel, zo zit het precies ook bij J.K. Rowling. Als christen, ze is lid van de Presbyteriaanse kerk in Schotland, heeft ze een verhalenserie geschreven. Net als bij Tolkien en Lewis en vele andere christelijke schrijvers – Arjan Wilschut, Ben Buitendijk, Bert Wiersema, Piet Prins – met veel fantasie. Maar door haar christelijke wereldbeeld verwerkte ze ook christelijke symboliek in de verhalen. Centraal bij Tolkien, Lewis én Rowling staat de strijd tussen goed en kwaad; het Licht versus het Duister en de uiteindelijke victorie voor de strijders aan de goede kant. Tevens is het onderscheid tussen Licht en Duister snel en duidelijk te maken. Je weet wat verstandig is om te doen, welke keuzes je moet maken, maar je weet ook dat als jij in de plaats van de hoofdpersonages zou staan, je maar zo de verkeerde keuze zou kunnen maken. Onder de fantasie en de mooie sfeerbeschrijvingen zit de realiteit van het christen-zijn. Het verhaal van de Pevensies, Frodo en Harry blijft het verhaal, maar nu zit er een diepere betekenis achter die je eerst nog niet zag.
In Harry’s boeken is er echt niet bladzijde na bladzijde sprake van de duisterste magie die je je voor kunt stellen, afgewisseld met moord en doodslag.
Alles staat wel in het teken van magie, maar als Harry buiten al wandelend zijn broodjes opeet, is daar weer niks van te merken. Toch kun je ook zeggen dat Rowling soms wat ver gaat. Tussen gewone beschrijvingen van het verloop van een les of maaltijd, komt in verhouding tot de eerste delen steeds meer duisternis voor. De spanning wordt opgebouwd per boek en dat geldt ook voor de duisternis en het is de vraag of dat geschikt is voor kinderen. Mensen die niet van spanning en enge situaties houden, kunnen we hun vraagtekens bij zetten en het verbieden, maar dan vergeet je weer dat er verschil in smaak bestaat. De combinatie van fantasie en spanning levert bijzondere situaties op, dat is zeker waar. De vraag is of de schrijfster dat niet wat kon matigen, toen ze wist dat ook jonge kinderen haar boeken lezen. Toch is het ook zo dat een auteur daar geen rekening mee hoeft te houden en dat het verder de verantwoordelijkheid is van de kinderen en hun ouders.
Ik schreef naar Hans Andréa en vroeg hem wat hij er van vond dat de duisternis steeds meer toeneemt en dat het steeds spannender wordt en hoe een christelijke auteur dat kan doen. Hij speelde mijn vragen door naar de leden van de Harry Potter-praatgroep en vanuit die richting kreeg ik heel veel antwoorden. John Granger zelf schreef dat het volgens Rowling helemaal niet donkerder of gewelddadiger wordt, want de serie begint met een dubbele moord en een weesjongetje in een vervelend pleeggezin, hoe kan het dan nog erger worden? Rowling zegt dat het een verkeerde bezorgdheid is. Rowling is christen en ze schrijft, dat maakt haar een christelijke schrijfster, maar ze is geen apologeet. Haar romans worden donkerder en spannender in alle opzichten, ook de taal die er gebezigd wordt, want de personages groeien en veranderen, terwijl hun wereld gevaarlijker word. De Duistere Heer is aanwezig! De werelden van feiten en fictie lopen naar hun eind, dus wat verwacht je anders? Een ander schreef dat Rowling als christelijke auteur wél over geweld kan schrijven, omdat het verhaal waar zij in gelooft, namelijk het christelijke geloof, geweld bevat. In het evangelie is er ook geweld en dat is er om ons te vertellen dat we ons moeten veranderen, willen we het koninkrijk bereiken. Ook in de gewone wereld gebeuren er erge dingen. Er komt geweld voor in Harry Potter, want het gaat over gewelddadige schepsels: mensen.
Hans Andréa schreef dat Harry weliswaar fouten maakt, maar dat hij ook gewoon probeert naar boven te klimmen en daarbij valt hij wel eens, net als iedereen. De schrijfster maakt Harry imperfect in kleine dingen, omdat zij de zuiverende, geestelijke reis van een jongen laat zien en dat is een lang proces. Als Harry een brave Hendrik was geweest, had ze de boeken ook niet hoeven te schrijven: niemand zou er dan iets van leren. De spanning in de boeken is het zien dat hij zijn fouten en struikelen de baas wordt en dat hij triomfeert over zijn eigen zwakheid. Iemand anders heeft met Rowling gecorrespondeerd en verteld dat Rowling de reeks zelf als een moreel verhaal over liefde en dood beschouwt. Het gaat over een jongen die de wereld en de grote hoogten en diepten die mensen willen bereiken in de naam van liefde en dood wil begrijpen. Ze schrijft over wat er in de wereld gebeurt en het is niet goed om kinderen te vertellen dat er geen kwaad in de wereld is of dat het hen niet persoonlijk kan schaden, dat is schadelijker uiteindelijk. Het is goed voor kinderen om te weten dat bij alles wat er gebeurd, ook al gaat het fout, God er toch is. Het kwaad is misschien om ons heen, maar God is binnenin ons. Als je het kwaad in het gezicht kunt kijken, betekent het niet dat het jou ook zal grijpen. De schrijfster schrijft niet alleen over slechte dingen maar ook over goede dingen. Harry overwint steeds het kwade en niet het kwaad trekt de kinderen aan in deze boeken, het is de liefde, het goede. Weer iemand anders schrijft dat er in de Dreuzelwereld geen tijd is om een pas op de plaats te maken en te vragen wie we zijn, waarom we hier zijn en Wie ons heeft gestuurd. De boeken beantwoorden een roep die we ons niet meer kunnen herinneren gehoord te hebben. Harry heeft die roep wel gehoord en gaat op reis en hoewel hij valt, staat hij ook weer op, want hij weet dat de Dreuzelwereld niet zijn uiteindelijke bestemming, zijn lot is. Hij is de verloren zoon die weer terugkeert naar Vader. De boeken zijn gevuld met licht en kunnen daarom niet slecht zijn: Harry lijdt ons thuis, naar onze echte identiteit.
3 Symboliek en alchemie
In de boeken van J.K. Rowling gaat het over een weesjongetje op een toverschool en in de voorafgaande hoofdstukken hebben we al gezien dat de grote lijnen van zijn leven overeenkomen met die van een christen. Maar ook in de details is een christelijke lijn te herkennen. Door de éne groep uitersten wordt de symboliek uitgelegd als heidense verwijzingen, terwijl de uitleggers aan het andere uiterste menen dat het christelijke symbolen zijn.
Eerst de uitleg over de fantasiebeesten die er in voorkomen. Mijn eigen mening is dat de schrijfster waarschijnlijk niet bedoelt heeft met deze dieren naar Christus te verwijzen, maar hier is een uitlegger die dat wel denkt:
Van eenhoorn tot feniks
In de serie komen veel fantasiebeesten voor: de eenhoorn, het edelhert, de feniks de griffioen en de hippogrief. John Granger ziet ze als mooie verbeeldingen van Jezus.
- De griffioen komt maar één keer voor in de boeken tot nu toe, als koperen klopper op de eikenhouten deur van Perkamentus’ deur. Griffioendor is ook Harry’s afdeling. In het Frans betekend het gouden griffioen : griffin d’or. Or is Frans voor goud.
De griffioen verwijst naar Christus omdat Christus twee naturen had: God en mens en de griffioen heeft ook twee naturen: hij is leeuw en adelaar tegelijkertijd. De leeuw is de koning van de aarde en de adelaar de koning van de hemel. De griffioen verwijst dus naar Christus als koning van hemel en aarde.
- De eenhoorn, het zuivere, witte dier met zijn ene hoorn, als teken van de onoverwinnelijke kracht van God.
- De feniks, ook wel opstandingsvogel genoemd, was in de Middeleeuwen bekend om zijn herrijzen uit de dood en was zo een symbool van Christus. In de Harry-reeks is Felix de feniks het huisdier van Perkamentus. Om de zoveel tijd, op zijn sterfdag, vat hij vlam en herrijst dan weer als kuiken uit zijn eigen as. In deel 2 komt Felix Harry te hulp in de Geheime Kamer en in deel 5, als Voldemort Perkamentus onder vuur neemt en de dodelijke vloek over hem uitspreekt, duikt hij tussen hen in en wordt zo zelf vervloekt in plaats van Perkamentus. Vervolgens verdwijnt hij in de vlammen, maar herrijst ook weer uit de dood. Hier staat de feniks dus niet alleen voor de opstanding van Christus, hij wijst ook op het feit dat Christus in onze plaats is gestorven, onze dood op zich genomen heeft.
- Vervolgens hebben we het edelhert, met zijn krachtige wapen: zijn gewei. Het gewei van een hert vernieuwt zich eens in de zoveel tijd en in het gewei schuilt dan ook de kracht van de symboliek: eerst sterft het af, dan is er weer nieuw leven, nieuwe kracht. Zo is ook het hert een symbool voor Christus.
- De centaur verwijst naar een volmaakt mens die zich beheerst en ook naar Jezus, toen Hij op een ezel Jeruzalem binnenreed. Hij nam geen paard, maar een koppige ezel die mak werd toen Hij hem bereed om te laten zien aan de menigte wat gehoorzaamheid jegens Hem inhoudt. De centaur, met twee naturen, namelijk hoofd en borst van een man en achterlichaam van een paard, staat ook symbool voor Christus.
- Als laatste is er de hippogrief. Hippo betekend paard in het Latijn, grief verwijst naar griffioen. Een hippogrief is dan ook een combinatie van een paard, een leeuw en een adelaar. De koning van hemel en aarde kwam naar beneden en werd mens. Met deze twee naturen bestuurde Hij de mensheid: de leeuw en de adelaar (Jezus) die het paard (mensheid) bestuurd: de edele hippogrief is ook een verwijzing naar Christus.
Negatieve uitleggers vinden het voldoende om te zeggen dat deze beesten occult zijn. De feniks is volgens hen niet het symbool van opstanding, maar het verwijst naar de heidense bezwering van de dood. Verder gooien ze alles op een hoop, zonder er goed naar te kijken en het te overdenken.
Over alchemie
Alchemie is een oude vorm van praktische natuurfilosofie, waarin onder andere elementen van scheikunde, astrologie, geneeskunde en religie worden gecombineerd. Alchemisten pogen gewone metalen in goud te veranderen en een elixer te maken waardoor men onsterfelijk kan worden.
Het alchemistische proces van het veranderen van lood in goud wordt weergegeven door kleuren. Het meest gangbare verloop is deze: zwart (nigredo), wit (albedo) en rood (rubedo). De zwarte fase is de fase van verlatenheid en depressie, de witte fase die van afwassing en de rode fase die van het ware leven.
Omdat er veel onduidelijkheid bestond over het doel van alchemie, spraken de alchemisten meestal symbolisch. Het veranderen van lood in goud betekende dan eigenlijk het zuiveringsproces, niet alleen van metalen, maar ook van de menselijke geest. Het verkrijgen van het goud, of de lapis philosophorum oftewel de steen der wijzen, stond synoniem voor dat je in de laatste fase was aangekomen en dat je verlicht was.
De stappen om bij de steen der wijzen te komen zijn door Hermes Trismegistus beschreven op de Smaragden Tafel. Het zijn zeven zuiveringsstappen: bij de eerste stap wordt het ego verbrand, je masker voor deze wereld. Bij de tweede stap lossen de restanten van je ego op, namelijk je verstand en gevoel. Bij de derde stap scheid je de restanten van elkaar: het ‘mannelijke’ verstand en het ‘vrouwelijke’ gevoel, de rest gooi je weg. Bij de vierde stap is er de eerste hereniging van verstand en gevoel, oftewel het huwelijk van de koning en de koningin. De vijfde stap is een omzetting: de bij stap vier verkregen stof moet eerst gaan rotten om een nieuw soort verbinding te krijgen. Bij de zesde stap laat je het wereldlijke leven los. En de laatste stap is het samengaan van de gezuiverde delen: je bent verlicht. Alchemisten in de Middeleeuwen zochten om het hardst naar de steen der wijzen omdat je als je hiermee onedele metalen aanraakte ze in goud veranderde. De bezitter zou ook onsterfelijk worden. Deze onsterfelijkheid wordt symbolisch voorgesteld door goud dat nooit roest en altijd zuiver blijft. Eén van de bekendste westerse alchemisten was Nicolas Flamel.
Alchemie in Harry Potter
Harry’s leven ligt min of meer vast: elk jaar naar school en in de vakantie naar huis. De weg die hij gaat stelt niet zo heel veel voor, zo op het eerste gezicht. Maar nu gaan we het op een andere manier bekijken, namelijk: alchemie. Er bestaan veel misverstanden over alchemie, het is zelfs de scheikunde van de dommen genoemd, maar je kunt het ook omschrijven als de transformatie van iets alledaags in iets bijzonders. Lood wordt goud. Alchemie bestaat tegenwoordig niet meer, alleen nog als synoniem van magische transformatie. Hierom is het een bron voor schrijvers die over persoonlijke ontwikkeling vertellen. J.K. Rowling heeft ook in Harry Potter alchemie gebruikt. Vooral in de volgende punten is het duidelijk aanwezig.
- De titel van het eerste boek is Harry Potter en de steen der Wijzen. Het vinden van die steen is het doel van alchemie.
- De namen van personen die iets met alchemie te maken hebben: De directeur van Zweinstein, Perkamentus is de partner van Nicolas Flamel. Deze Flamel heeft echt bestaan en was een beroemd alchemist. In het boek is hij de bezitter van de Steen der wijzen. Hermelien Griffel (Hermione in het Engels) is ook een verwijzing. Hermione is namelijk de vrouwelijke vorm van Hermes, maar Hermes was ook een groot alchemist en de bedenker ervan. Harry’s vader heet James, naar de beschermheilige van de alchemisten (Jakobus) en zijn moeder heet Lily (lelie), symbool van de tweede, reinigende fase.
- Harry transformeert in elk boek. Hij leert in elk deel iets achter te laten waar hij aan het begin van het deel nog zo vol van was. Hij leert dat hij kwetsbaar is als hij zo afhankelijk van de buitenwereld is en dat Voldemort zeker die zwakke plek gebruiken zal om hem uit te schakelen.
- Bij alchemie spelen zwavel en kwik een rol. Het lood dat gezuiverd moet worden, wordt opgelost en gestold met behulp van twee reactiestoffen. Deze stoffen verwijzen naar de mannelijke en vrouwelijke pool van het leven. Zwavel is de mannelijke, impulsieve pool en kwik het vrouwelijke, koele tegenwicht. Samen en los van elkaar werken deze stoffen zo in op het metaal dat het uiteindelijk goud wordt. In de boeken worden zwavel en kwik voorgesteld door Harry’s twee beste vrienden, Ron en Hermelien. Ron, een onstuimige jongen, is de zwavel en Hermelien, een koele jonge vrouw is de kwik. Dankzij het samen optrekken, maar ook als ze ruzie hebben en hun eigen gang gaan, ontwikkelt Harry zich.
In de eerste fase, de zwarte fase, gaat het erom dat het onzuivere metaal sterft en wordt herboren in een nieuwe vorm. Harry’s peetvader, Sirius Zwarts (Sirius Black), heet naar deze fase. De tweede fase is zuivering. De materie wordt gereinigd waardoor het schitterend wit wordt. Albus Perkamentus (Albus Dumbledore) heet naar deze fase. Albus is Latijn voor wit, schitterend. Bij deze tweede fase worden vaak als symbolen de maan en de lelie gebruikt. Een vriendin van Harry in deel vijf heet Loena (Luna, Latijn voor maan) en Lily (lelie) is de naam van zijn moeder, die haar leven ga f om hem te redden.
De derde fase is het opnieuw stollen of de volmaking, de rode fase. Rubeus Hagrid, de terreinwacht van Zweinstein en goede vriend van Harry heet naar deze fase. Rubeus is Latijn voor rood. Voor deze fase en ook voor de Steen der wijzen, wordt vaak als symbool een rode leeuw gebruikt. De rode leeuw is ook het huismerk van Harry’s afdeling Griffioendor. In elk deel doorloopt Harry de drie fasen. Het begint bij hem thuis en op school, waar hij te maken heeft met moeilijkheden en vijandschap. Dan komt de zuivering, onder toezicht van Perkamentus. Harry komt voor een uitdaging te staan en wordt vaak gescheiden van Ron of Hermelien of van beide. Dan komt de vuurproef, als laatste fase, Harry sterft een figuurlijke dood en wordt gered door liefde. Als hij deze cyclus heeft doorlopen, aan het eind van het jaar, gaat hij terug naar huis en maakt zich op voor de volgende gang door de drie fasen, ook al weet hij niet wat hem te wachten staat.
Waarom zouden de betere schrijvers alchemie verwerken in hun boeken? Ze willen niet geheimzinnig doen, maar ze doen het omdat de drie fasen van de alchemie parallel lopen aan het geestelijke proces dat mensen in dit leven moeten doormaken. De zwarte fase staat dan voor berouw, gehoorzaamheid en onthechting van deze wereld. De witte fase staat voor verlichting en reiniging: vergeving! En de rode fase, die we in dit leven niet zullen bereiken, maar toch het de uiteindelijke bestemming is voor een christen, de heiligheid in Gods glorie door Zijn genade.
Universele taal
Grote schrijvers gebruiken de beeldtaal uit de alchemie omdat dit helpt contact te maken met die plek in ons hart die bestemd is om te reageren op het Grote Verhaal en de belofte van ons leven in Christus. Deze lege plek, in de vorm van de heilsgeschiedenis, zit in ieders hart en we worden, ook al heeft onze cultuur en scholing ons er immuun voor gemaakt, blij en verlangend als we een schaduw ervan tegenkomen in verhalende literatuur.
Hans Andréa verwoorde het zo: J.K. Rowling gebruikt een geheime taal. De symbolentaal. Deze taal is al heel oud en wordt nog veel gebruikt. Carl Gustav Jung heeft tijdens zijn leven deze taal bestudeerd en noemde deze taal het collectieve onderbewustzijn. Collectief omdat we, hoewel we gescheiden individuen zijn, allemaal deze taal begrijpen en omdat deze symbolen ons op dezelfde manier beïnvloeden. Hij noemde enkele van deze symbolen archetypen en een van deze archetypen is ‘de held’. Iedereen snapt meteen wie er met de held bedoeld wordt en deze held komt dan ook in alle grote verhalen van het verleden en heden voor. Ook in In de ban van de Ring, Narnia en Harry Potter zit zo’n held. Hierom is Harry Potter zo populair. Mensen vinden het bekend overkomen, zo’n jongen en zijn avonturen. Hij is hun vriend, hij is hen. Hun onderbewustzijn resoneert met de symbolen en archetypen in Harry Potter. Op het eerste gezicht zijn het gewoon kinderverhalen, maar er zit een psychologische kracht achter die mensen onbewust beïnvloedt. Omdat elke ziel een christelijke ziel is, volgens John Granger, zijn er zoveel mensen over de hele wereld gek van Harry Potter. Veel mensen missen de geheime code om dit te zien, maar zei hebben hun geest er voor afgesloten en drijven op boekenwijsheid.
De namenpuzze
In Harry Potter komen veel namen voor en op het eerste gezicht lijken dat gewone, of misschien aparte, namen, maar zonder enige betekenis. Nou is er een uitleg dat sommige namen wel een betekenis hebben, maar ik denk zelf dat dit niet het geval is. Er zijn wel namen die naar iets verwijzen, familie Malfidus, bijvoorbeeld en Argus Vilder, maar de uitleg van de naam Harry Potter vind ik te ver gaan.
J.K. Rowling heeft uit verschillende literaire werken namen geplukt, in ode aan de schrijver, ze heeft namen van haar vrienden gebruikt en sommige personages hebben een naam die naar hun karakter verwijst, maar achter heel veel namen zit een betekenis. De zin van het bestuderen van namen geeft inzicht in de personages en helpt ook om de betekenis van het verhaal te begrijpen.
We kijken naar een aantal namen en hun verborgen betekenis. De uitleg gaat over de Engelse namen, voor de Nederlandse namen zal er nauwelijks een verklaring zijn.
Argus Vilder, de conciërge van Zweinstein is genoemd naar een personage uit een Griekse mythe. De wachter van de hel in die mythe heeft duizend ogen en dat is wel handig als je de wacht moet houden. Filch is zijn Engelse achternaam en betekend stelen. Al met al betekend het een situatie waarin je moet oppassen: een conciërge met lange vingers.
Voldemorts echte naam is Marten Asmodom Vilijn. In het Engels: Tom Marvolo Riddle. Van de letters van zijn naam kun je Mijn naam is Voldemort maken en in het Engels: I am Lord Voldemort.
Zijn naam betekend dat het in zijn leven om het oplossen van het 'raadsel' van zijn dubbele natuur gaat. Tom (Thomas) is namelijk Aramees voor tweeling. Hij ontkent zijn dubbele natuur en heeft daarom de naam Heer Voldemort aangenomen. In het Frans zou dat zoveel betekenen als doodsvlucht of vlucht voor de dood.
In de boeken komt een slechte familie voor: familie Malfidus, Malfoy in het Engels. Malfoy is Frans voor slecht geloof of geloof in het kwade. Vader Lucius is erg slecht. Zijn naam verwijst naar Lucifer, de bedrieger, gevallen engel. Zijn vrouw heet Narcissa, een erg vervelende naam op uit te spreken, het lijkt op het gesis van een slang. Maar Narcissa staat ook voor egoïsme. In de Griekse mythologie gaat het over Narcissus die zo’n groot ego had dat daar veel ellende uit voort kwam. De narcis is gek genoeg wel weer familie van de lelie.
Hun zoontje Draco is ook erg slecht. Draco is Latijn voor draak of slang en dat kan nooit veel goeds betekenen. De hele familie wordt door hun naam aangeduid als onbetrouwbaar. Perkamentus heet Dumbledore in het Engels en dat betekent bij. Zijn voornaam, Albus, betekend wit, schitterend. De bij is een symbool voor de ziel: bijen vliegen in zwermen, net als de Geest die waait waarheen hij wil. Het is geen wonder dat de leider van de goede kant de naam schittering van de ziel draagt.
Familie Potter draagt ook symbolische namen. Vader Potter heet James en Jakobus was de enige broer van Jezus die Hem als Messias erkende. Sint James wordt ook gebruikt door Engelsen die hun koningshuis aanwillen duiden. De naam is vorstelijk. Mevrouw Potter heet Lily, de lelie is een prachtige bloem, maar wordt ook wel in verband gebracht met de dood. Dit wordt gedaan omdat de lelie als lentesymbool ook de bloem van het paasfeest is. De lelie is een teken van hoop op de opstanding met Christus.
Den naam van hun zoontje Harry is op veel manieren uitgelegd en daarbij is zijn naam zo bekend geworden dat je bijna niet meer kunt beweren dat er iets achter steekt. John Granger overdrijft nogal bij deze naam, maar negatieve uitleggers die zich gewaagd hebben aan een verklaring komen met de volgende uitleg en dat is al helemaal niet geloofwaardig: Potter betekend in het Engels pottenbakker, dus, zo redeneren ze, verwijst het naar de akker van de pottenbakker die met de dertig zilverlingen gekocht is die door Judas weggegooid waren voor hij zichzelf ophing. Bij Granger staat de naam Potter ook voor pottenbakker. God wordt in de Bijbel ook wel aangeduid als Pottenbaker: Hij formeert de mens uit klei. Pottenbakker staat hier voor Schepper. De naam Harry kan uitgelegd worden als afleiding van Harold, wat heraut betekend. Ook doet de Engelse uitspraak van Harry (Herry) denken aan het Engelse heir, erfgenaam. Al met al een beloftevolle naam: heraut van de Schepper of zelfs erfgenaam. Dit betekent niet dat hij door de schrijfster voorgesteld wordt als de Zoon van God, als deze uitleg al klopt. Hij is kind van God, zoals wij dat ook zijn. Een mens in zijn gevallen staat, maar toch beeld van God.
De boodschap van Harry Potter
Er zijn veel meningen over Harry en over de wereld waarin hij leeft. Is hij nou duivels of niet? Christelijk of niet? Veel mensen proberen serieus, met de Bijbel in hun hand, een antwoord hierop te vinden.
Zelf denk ik dat je de christelijke symboliek en boodschap die in de boeken zit, niet kunt negeren. Dat maakt het nog niet een perfect kinderboek, maar voor mensen die kunnen onderscheiden, helemaal christenen, is het een levensecht boek waaruit veel te leren valt. Als je met een negatieve, wantrouwende bril kijkt naar Harry, zie je zijn toverstok en puntmuts, de fouten die hij maakt en de duistere machten die bezig zijn in zijn wereld. Maar als je het van een andere kant bekijkt zie je een mensenkind dat net als wij strijdt voor de goede kant, daarbij valt, weer opstaat, zucht, huilt en lacht en uiteindelijk overwint.
De personages zijn levensecht weergeven en daar zit de aantrekkingskracht van de boeken. Lezers herkennen zich in Harry. Je kunt een boek niet beoordelen op de lezers die het lezen, maar iedereen haalt er zelf iets uit. In de Harry Potter-reeks wordt een universele taal gebruikt, een taal die iedereen begrijpt omdat iedereen oorspronkelijk op zoek is naar het Licht. Daarom slaan de boeken zo aan en daarom zijn er zoveel kinderen en volwassenen die van Harry houden.
De magie die in Harry´s wereld voorkomt heeft een functie. Harry leeft in twee werelden, de gewone wereld waar alle Dreuzels wonen die niks van zijn tweede, magische wereld weten of willen weten en de magische wereld, die niet iedereen kan zien en bereiken, maar die voor Harry en andere bewoners belangrijker en levensecht is. De magie in die wereld is een extra dimensie die wij in onze tweede wereld kennen als ons geloof. De magie die Harry gebruikt is ook een soort geloof: hij moet zich wel bewust zijn van iets hogers, want anders heeft het geen zin een spreuk uit te spreken. Als zomaar iemand dat in de Dreuzelwereld doet of bij ons, gebeurt er niks.
Mensen in de magische wereld hebben een extra kracht: magie en dat betekend in de tweede wereld van Harry meer perspectief en meer mogelijkheden.
Dit is exact zoals wij leven in onze wereld: een christen leeft in een gewone wereld met mensen die niks van zijn tweede wereld weten of willen weten, maar ook in een tweede, magische wereld die niet voor iedereen zichtbaar is, maar toch meer dan realistisch en levensecht voor hem.
De duisternis in de boeken die steeds meer toeneemt, is niet meer dan een realistische weergave van wat er in onze wereld gebeurd. Deze wereld is eindig en loopt naar zijn eind, dat zie je aan alles. Het heeft geen zin dat te ontkennen. Harry´s wereld loopt ook naar z´n eind, het duister neemt toe. Het is niet nuttig, maar zelfs schadelijker, om dit te negeren en net te doen alsof er geen kwaad bestaat. Maar naast het toenemende duister is er in Harry Potter een verhaal te vinden dat verteld over liefde en leven: als de strijd gestreden is, zullen de strijders gezuiverd en volmaakt zijn en erachter komen dat ze niet voor niets hebben.